Overdenkingen bij ontwikkelings”hulp”
Andere cultuur
In Gambia hebben de mensen geen sociale voorzieningen. Er is
daarentegen wel meer betrokkenheid met elkaar. Zij helpen elkaar en staan nooit
alleen als er hulp nodig is. Alles wordt gedeeld, uitgeleend of weggegeven. Aan
materiële zaken zoals kleding, fietsen, auto’s
worden emotioneel gezien niet, zoals wij die in de westerse wereld kennen,
een eigendomsrechten toegekend.
Wanneer je
als enige een baan hebt binnen een familie of leefgemeenschap, dan ben je echt “de sigaar”. Iedereen komt gezellig
langs voor hulp, zoals medicijnen, dokterskosten, ziekenhuiskosten en eten.
Desondanks zijn de mensen hier niet
ontevreden over. Ze zijn blij dat ze iets voor elkaar kunnen betekenen.
Wij hier zijn
individualistisch ingesteld, waardoor we er niet vaak bij stilstaan dat wij dit
in de westerse wereld ook doen. Wij voorzien hierin door middel van de sociale
voorzieningen die wij betalen.
Er zijn situaties
bekend waarbij o.a Europeanen menen de typisch Gambiaanse mentaliteit te moeten
veranderen.
Voorbeeld 1
Een
Nederlandse vrouw gaf een fiets aan een Gambiaanse man zodat hij daarmee naar
zijn werk kan fietsen. Zij eiste hierbij wel dat de fiets aan niemand uitgeleend
mag worden uit angst dat de fiets niet meer terug zou komen. De man maakte geen
gebruik van de fiets. Deze bleef thuis staan, je kunt het in Gambia niet maken om je mede mensen te weigeren
wanneer hij of zij hulp nodig heeft. Zij
hebben elkaar nodig. Geleende fietsen komen echt wel terug bij de eigenaar in
Gambia.
De gift van
deze vouw is zonder meer goedbedoeld. Je
zou kunnen uitleggen dat deze fiets is gegeven om het geld dat anders nodig is voor de bustaxi maar nu
gespaard kan worden. Wanneer deze man het bedrag 3 maanden lang opzij had
gelegd dan zou hij een extra
maandsalaris overhouden. Op deze wijze verbind je twee culturen en heeft aldus succes
op lange termijn. Ja, één derde wordt besteedt aan reiskosten, dit geeft ook
aan dat de verhouding tussen inkomen en kosten in Gambia een andere balans weergeeft dan in
Nederland.
Voorbeeld 2
Een Gambiaanse
man kreeg een lening van een Nederlander om een auto te kopen zodat hij
zichzelf zou kunnen bedruipen als taxichauffeur. De inkomsten door middel van
deze taxi werd door de geldschieter gecontroleerd op inkomsten en uitgaven,
zodat deze er zeker van kon zijn dat er geen geld aan de familie werd gegeven. Het
uitgeleende geld zou dan sneller worden afgelost. Deze denkwijze zorgt voor een
groot dilemma bij de Gambiaan. Hij onderhoudt zijn ouders en zorgt voor zijn
jongste broertje voor schoolgeld. Zijn ouders hebben geen inkomsten.
De man was daarom
genoodzaakt om geld achter te houden. De man ging daarom liegen tegen de
geldschieter, óf hij moest liegen tegen zijn ouders. Hij wilde de ontvangen hulp noch de aan de
ouders en broertje mogelijk geworden hulp niet missen. Daardoor ontstond
wantrouwen jegens elkaar en het werd al snel “oorlog”.
Wanneer de geldschieter
de Gambiaanse cultuur zou respecteren
zou hij kunnen adviseren 25% van
de inkomsten te delen en de rest zelf te
houden voor het werken aan de toekomst. Dit is overigens wel een moeilijke taak
voor de meeste Gambianen aangezien men in hun cultuur, lees armoede, alles al
snel uitgeeft. De mensen van het Robin Hood kantoor kunnen hen adviseren binnen
de 25% regeling en gedurende één jaar inzicht hebben in en controle houden over
de inkomsten en uitgaven.
Alieu Saywer,
de hoofdleraar van de Thomas Nursery School in Bansang, is samen met zijn zus
de eigenaar van een stuk grond. Meestal is dit een familiebezit dat van vader
op zoon wordt doorgegeven. Zij hebben dit geschonken aan het dorp om hier een
school op te bouwen. Zo heeft het hele dorp er iets aan. Niet alleen de mensen
in Bansang zijn hier blij mee maar ook de twee studenten die in Bansang zijn
geweest om ervaringen op te doen voor hun eigen toekomst in Nederland hebben
hier gebruik van kunnen maken.
Kunt u zich
nog herinneren wat u van uw eerste verdiende loon gekocht heeft en welk gevoel
dit gaf? Vast wel!
In Gambia
hebben niet veel mensen deze ervaring. Het geld dat zij verdienen is nauwelijks
genoeg om van te eten en wordt gedeeld met mensen die geen inkomen hebben.
Alieu had deze ervaring en het zou goed zij als dit vaker mogelijk zou worden.
De twee studenten
die in 2014 naar Bansang zijn gegaan voor 3 maanden om ervaring op te doen voor
hun toekomst wilde zo goedkoop mogelijk daar verblijven.
Alieu heeft
aangeboden om zijn vrouw voor hen te laten koken, 3 maal per dag voor de prijs van € 0.90 per maaltijd en tevens zou daarvoor ook de
kleding worden gewassen en gestreken. Dat is erg
goedkoop voor deze studenten, wanneer ze thuis zouden blijven zijn deze kosten veel hoger. De
studenten hebben dit bedrag in één keer betaald. Met dit bedrag van €
540.00 konden Alieu en zijn vrouw rijst, olie en meerdere ingrediënten
inslaan. Van het verdiende geld heeft
Alieu een ijskast kunnen kopen voor de school.
Nee geen 2e hands maar een nieuwe uit de
winkel.
Het was een
geweldige ervaring voor Alieu en zijn vrouw en natuurlijk ook voor de omringende
bewoners en ouders van de kinderen, die allemaal mee hebben gewerkt aan de
maaltijden voor Angela en Michelle op de Thomas Nursery school.
Het zou
vaker voor moeten komen dat de mensen in Gambia geld krijgen voor het werk dat
ze doen. Wanneer mensen het doel hebben om in Gambia te helpen is dat ook hun
eigen doel om vooruit te komen en zich te ontwikkelen in vaardigheden die zij
zelf kiezen. En dat eigen doel van deze studenten zouden de straatarme
Gambianen niet voor hen moeten betalen!
Uit de
vorige mail weet u dat we veel hebben gedaan voor de landbouw. De man die zich
sterk maakt voor het landbouw project wil studenten (10) uit Nederland laten
komen en heeft hen gratis eten aangeboden die de bewoners in Gambia dan moeten
ophoesten. Dit gaat om een bedrag van € 2.700,= die dan weer
uit het land worden gehaald. Bovendien zijn er ook studenten in Gambia die iets willen
leren maar op deze manier de kans niet krijgen. Terwijl de man beweert het land
te willen ontwikkelen…
Tot slot:
Dit is de eerste uitgave van onze nieuwe serie Overdenkingen
bij Ontwikkelings”hulp”.
Het moge duidelijk zijn dat hulp die opgelegd wordt, hoe
goed bedoeld ook, ook heel contra-productief kan werken. Aan de Gambiaanse
mensen eisen te stellen die haaks staan op de cultuur die van hen is. Al vaak
genoeg is gebleken dat binnen hun eigen werkwijze de oplossingen voor veel
maatschappelijke “problemen” bijna als vanzelf in hun cultuur zijn opgenomen.
Het primaire doel van onze stichting is het de
mensen in Gambia mogelijk te maken om op een geleidelijke manier eindelijk een
rechtvaardig inkomen kunnen verwerven zodat zij (eindelijk) zelf in hun
primaire levensbehoeften kunnen voorzien.
Mede door de ervaringen die zij hierdoor opdoen kunnen deze
Gambiaanse mensen de groei doormaken die voor elk mens ontzettend belangrijk
is. Het besef om zélf een bijdrage te kunnen leveren aan een groeiende welvaart
van hun mooie kleine land is daarbij de grootste verdienste.
Tot de volgende
brief met Overdenkingen bij Ontwikkelings”hulp”!
Met een hartelijke
groet,
Stichting Robin Hood
Klaartje van der Aa